Ethernet eth1
Goed om te weten: via
Instellen op afstand
kunt u de Ethernet-instellingen alleen bekijken. U kunt deze instellingen niet aanmaken of bewerken via het portaal. U voert eventuele wijzigingen direct uit op de melder.
Let op: eth1 gebruikt altijd een vast IP-adres.
- Ga naar
Instellingen
en scrol naarInterfaces
. - Kies
Ethernet eth1
.1 - Druk op
Wijzigen
en pas de onderstaande invulvelden aan. - Druk op
Opslaan
om de wijzigingen te bewaren.
Toelichting invulvelden
(Linkerzijde)
Component
Standaard is dit component uitgeschakeld. Druk op het vinkje om het Ethernet eth1-component in te schakelen.
Ethernet eth1
U stelt een vast IP-adres in door het gewenste IP-adres, de default gateway, DNS-servers en de beschikbaarheid van de webinterface op te geven. Lees voor meer uitleg over deze instellingen de pagina’s Instellingen | Ethernet eth0: Rechterzijde: IP-instellingen (voor gebruik vast IP-adres) en Instellingen | Ethernet eth0: Webinterface.
Rechterzijde: Geavanceerd
Duplex en snelheid
Lees voor meer uitleg over deze instellingen de pagina Instellingen | Ethernet eth0: duplex & snelheid aanpassen.
Statische routes
U kunt via het eth1-netwerk statische routes instellen voor communicatie tussen twee gesloten netwerken. Zo kunt u bijvoorbeeld een beheer-pc op het hoofdkantoor toegang geven.
- Druk op
Toevoegen
. - Vul het Statisch IP-adres en de Prefix in.
- Vul de Gateway in.
- Druk op
Toevoegen
.
Let op: er mag in totaal maar één default gateway zijn. Dit betekent dat wanneer u bij eth1 een default gateway instelt, u bij eth0 een handmatig IP-adres zonder default gateway moet instellen (of andersom).
-
NIET van toepassing op de Touch. ↩