PSTN
Sluit een analoge lijn aan via de PSTN-aansluiting van de alarmmelder.
Let op: gebruik bij voorkeur geen ATA (Analoge Telefoon Adapter). Sluit u toch een ATA aan, dan kan de lijnspanning een onjuiste waarde weergeven.
PSTN-instellingen aanpassen
- Ga naar
Instellingen
en scrol naarInterfaces
. - Kies
PSTN
. - Druk op
Wijzigen
en pas de onderstaande velden aan. - Druk op
Opslaan
.
Toelichting invulvelden
(Linkerzijde)
Component
Standaard is dit component ingeschakeld. Druk op het vinkje om het PSTN-component uit te schakelen. De alarmmelder alarmeert dan niet meer via PSTN.
Tip: laat het component ingeschakeld om redundantie te behouden.
Voorkiesnummer
Heeft u binnen de telefooncentrale een voorkiesnummer nodig om uit te bellen via een analoge verbinding? Voeg hier eenvoudig een prefix toe aan alle telefoonnummers.
(Rechterzijde)
Analoge lijn
Wacht op kiestoon
Standaard wacht de melder op de kiestoon voordat de spraakoproep start. Druk op het vinkje om deze functie uit te schakelen.
Controleer lijn
Standaard is deze functie ingeschakeld. De PSTN-verbinding is dan beveiligd met een lijnspanningsmelding (systeemstoring). Druk op het vinkje om de beveiligingsmelding uit te schakelen. De melder controleert de PSTN-aansluiting dan niet meer.
Goed om te weten: de beveiligingsmelding verschijnt pas nadat er 5 minuten geen spanning op de lijn is. Haalt u de kabel los tijdens het testen, dan ontvangt u dus pas na 5 minuten een systeemstoring.